Om een wedstrijd te kunnen lopen, moet je trainen. Dat is wel een van de basisprincipes. Maar hoe train je en hoeveel train je dan. Moet je veel trainen, moet je hard trainen, maar hoe vaak moet je trainen en wat zijn dan de totale trainingsafstanden?

Dat is voor de recreatieve loper afhankelijk van een aantal factoren:

  • Vrije tijd
  • Wil
  • Belastbaarheid
  • Blessuregevoeligheid/Herstel
  • Loopervaring
  • Lichamelijke beperkingen
  • Blessuregevoeligheid

De eerste twee zijn dooddoeners. Je moet de mogelijkheid en de wil hebben om te trainen, anders gaat het niet lukken. Daarna komen de beperkingen waar je als loper tegenaan loopt. Belastbaarheid is een heel belangrijk punt. Belasting en belastbaarheid moet altijd afgestemd worden op de atleet en het moment.

Als deze belasting gedurende een te lange periode hoger is dan de belastbaarheid dan wordt het risico’s op blessures hoger. Het is daarom raadzaam om je trainer altijd op de hoogte te houden van de resultaten van je trainingen en je gesteldheid. Je belastbaarheid kan ook zakken door bijvoorbeeld medicatie, ziekte of stress. Dit is tevens het grote verschil tussen het hebben van een trainer of gebruik maken van een standaard trainingsschema van internet, de mogelijkheid om e.e.a. bij te stellen.

Het is eigenlijk heel simpel en eenvoudig uit te leggen, hoe meer je loopt, hoe beter je er in zult worden (even zaken als rust, aanleg, blessures buiten scope latend). Hou er echter rekening mee dat je dit rustig moet uitbouwen anders gaat zeer zeker de regel “meer is niet altijd beter” voor jou gelden.

De afstanden die in onderstaande tabel opgenomen zijn gelden voor het neerzetten van een zeer goede tijd voor de amateurs en voor de professionals spreekt het voor zich, die kunnen vaak meerdere keren per dag trainen. De loopafstand puur op het uitlopen van de wedstrijd ligt heel vaak stukken lager, ook voor beginnende lopers.

Wedstrijdafstand Amateur Professional
5km 30-40km 110-130km
10km 40-50km 125-160km
halve marathon 45-65km 160-180km
marathon 50-80km 160-224km

Dit zijn richtafstanden (weektotalen) die je op heel veel plaatsen terug vindt. Laat je echter altijd adviseren door een specialist. Wat voor een ander geldt, hoeft niet voor jou te gelden. Let ook op dat er meer factoren meespelen dan weekomvang, zoals “periodisering”, “supercompensatie”, “typen trainingen”, “trainingstempo’s”, “hartslagen” en eventuele andere sporten die je doet.

Geraadpleegde bronnen:

Delen via: