Over stapelen is al veel geschreven, maar er zijn ook heel veel misverstanden over. In het verleden was het met name het doen van een inspanning (het leegmaken van het lichaam), daarna het lichaam een paar dagen te ontzien van koolhydraten en daarna het lichaam een paar (3 a 4) te verzadigen met koolhydraten. Dit in combinatie met rusten.
Onderzoek heeft echter uitgewezen dat het ontzien van koolhydraten nauwelijks van invloed is op de sporter, dus tegenwoordig wordt alleen de verzadigingsfactor gehanteerd.
Als algemeen advies voor het stapelen geldt: laatste 4 dagen niet sporten en koolhydraat rijk (zilvervliesrijst, aardappels, volkerenpasta) eten, geen koffie, alcohol, zo weinig mogelijk vet. Veel drinken (water, thee). Eventueel nog uitbreiden met zogenaamde carboloaders om glycogeem voorraad te verhogen. Ik gebruik zelf altijd de carboloader van Maxim.
Voor marathon:
- donderdag: 1 bidon
- vrijdag: 2 bidons
- zaterdag: 3 bidons
- zondag ochtend: 1 bidon
Voor een halve marathon:
- vrijdag: 1 bidons
- zaterdag: 2 bidons
- zondag ochtend: 1 bidon
Geraadpleegde bronnen:
Maar wat is de definitie van ‘stapelen’ eigenlijk? Extra koolhydraten eten om tijdens een grote inspanning meer brandstof te hebben? En vanaf welke inspanning is dit een must? Ik lees soms wel eens dat mensen stapelen voor een 10 km. Dat lijkt mij wat overdreven? En is het misschien ook handig om eerst eens een keer te ‘oefenen’ met stapelen voor je het echt bij ern wedstrijd gaat toepassen?
Je verhoogt de voorraad glycogeen in de spieren door extra koolhydraten te nemen. Hierdoor kun je een hoger tempo langer volhouden. Heeft niet veel zin voor wedstrijden korter dan 90 minuten. Voor kortere afstanden heb je voldoende voorraad in je lichaam zitten normaal gesproken. Uiteraard kun je dit het beste oefenen voordat je het bijvoorbeeld voor het echt inzet voor een belangrijke wedstrijd. Hetzelfde geldt trouwens ook voor het gebruik van gels.